De historie van het automerk Autobianchi

Rond 1900 begint Edoardo Bianchi in Milaan met de productie van automobielen en rijwielen. Deze verschijnen op de markt onder de naam Bianchi. De auto productie is bescheiden qua omvang. Deze Kleinschaligheid is tevens de voornaamste oorzaak van het staken van de autoproductie in 1938.
Fiat en Pirelli blazen de autoproductie in 1955 nieuw leven in. Fiat (= Fabrica Italiana Automobili Torino) opgericht in 1899 is een van de pioniers in Europa op het gebied van de massaproductie en massamotorisering en is de grootste autoproducent in Italie; Pirelli geniet bekendheid als Italiaans grootste bandenfabrikant. De auto's krijgen de naam ' Autobianchi'.

In 1957 neemt Fiat alle aandelen over. Autobianchi is vanaf dat moment een 100% dochteronderneming van Fiat. In de fabriek in Desio (in de buurt van Milaan) rollen in de volgende jaren vele Autobianchi's van de band.
Fiat wil met dit nieuwe merk modellen ontwerpen en vervaardigen die wat exclusiever zijn dan de eigen Fiat modellen. De Autobianchi-fabriek procuceert  compleet uitgeruste auto's die een welkome aanvulling vormen op het Fiat programma. In de 60-er jaren dient Autobianchi tevens als proeftuin voor nieuwe Fiat modellen.

Bianchina

De Bianchina Cabriolet Vanaf het begin van de 50-er jaren is Fiat bezig met de ontwikkeling van de nieuwe Fiat 500. In een vroeg stadium wordt besloten dat er ook een Autobianchi model zal verschijnen.De Bianchina Quattroposti  Deze moet een andere -meer elegante -vormgeving krijgen dan het Fiat model: mechanisch zijn beide auto's gelijk. In 1955 worden de prototypes van de nieuwe Fiat en de eerste Autobianchi goedgekeurd. In 1957 gaan beide autootjes in productie.Nog voordat de auto's op de markt zijn, is men bij Fiat bang dat het publiek de Autobianchi -een coupe- aantrekkelijker zal vinden dan de Fiat. Om de vraag naar de Autobianchi te beperken wordt de prijs van deze wagen verhoogd.

De Bianchina PanoramicaDe fabriek in Desio kan per dag namelijk niet meer dan 50 exemplaren van de Autobianchi Bianchina coupe produceren. De Fiat komt op de markt onder de De Bianchina Trasformabile naam Nuova 500. In de volgende jaren is het een komen en gaan van verscheidene Bianchina typen: een Cabriolet, een vier personen sedan (de Quattroposti) Twee combie-modellen (de Panoramica en de Giardiniera), de Trasformabile en een bestelwagen (de Furgoncino) .

De Bianchina Furgoncino

De Autobianchi Giardiniera wordt als laatste, in de tweede helft van de 70-er jaren, uit produktie genomen.

De Autobianchi Giardiniera

De Stellina

De Autobianchi StellinaOp eigen initiatief brengt Autobianchi in 1963 de Stellina uit. Dit is een cabriolet op basis van de Fiat 600 D. De Stellina is de eerste Italiaanse in serie geproduceerde auto met een kunststof carrosserie. In 1967 gaat de Stellina -zonder veel succes te hebben geboekt - uit produktie.

 

 

 

Primula en A111

De Autobianchi PrimulaIn 1959 verschijnt de Britse Mini op de markt. Deze auto is voorzien van een overdwars geplaatste motor voorin en van voorwielaandrijving. In die tijd een unieke combinatie.
Dante Giacosa, in de 30-er jaren ontwerper van de Fiat 500 Topolino en tot 1970 verantwoordelijk voor het design-gebeuren bij Fiat, loopt sinds de tweede helft van de 40-er jaren met een vergelijkbaar idee rond. De komst van de Mini is voor hem aanleiding om in 1960 te gaan werken aan een voorwiel aangedreven auto met een 1200 cc motor voorin en overdwars geplaatst. Giacosa wil deze auto laten bouwen door Autobianchi. De topman van Autobianchi, Nello Vallecchi, is het hiermee eens. Het resultaat is de Autobianchi Primula (de A109). Het is een vier-persoons auto met achterklep. De Fiat top is in eerste instantie niet zo gecharmeerd van de toepassing van die nieuwerwetse ontwikkelingen op het gebied van techniek en vormgeving. De Primula biedt Fiat echter de mogelijkheid om ervaring op te doen met voorwielaandrijving. Deze kon later weer gebruikt worden bij de ontwikkeling van nieuwe Fiat modellen.
De Primula gaat in 1964 in produktie. De auto vormt een aanvulling op de 1100-serie van Fiat. Tevens zet de Primula de trend voor de Fiat 128. Deze werd in 1969 geintroduceerd als opvolger van de Fiat 110D; de Fiat Ritmo werd in 1978 de opvolger voor de Fiat 128, respectievelijk de eerste Fiat met voorwielaandrijving en een overdwarsgeplaatste motor voorin, en de eerste Fiat serie die vanaf de introductie is voorzien van een achterklep. De Primula wordt in 1971 uit produktie genomen. Voorwielaandrijving en achterklep maken de Primula geliefd, vooral in Frankrijk.

De motor van de Primula is een verhaal apart. Zowel de Primula als de Primula coupe (ook voor deze versie gelden de productiejaren 1964-1971) beschikken bij hun introductie over een aangepaste motor uit de Fiat 1100/103. Het ontwerp van deze motor stamt uit 1934 en/of 1935. Dit blok gaat in 1937 als 1100 cc motor in serieproductie. In de Primula heeft de motor 1221 cc en 57 pk.
In 1969 wordt de produktie van deze motor beeindigd. De Primula krijgt dan de beschikking over de 1197 cc en de 60 pk motor van de Fiat 124; de Primula coupe wordt voorzien van de 1498 cc, 70 pk motor van de 124 Special.
Enrico Righetti, de nieuwe topman bij Autobianchi vraagt in 1967 om een opvolger voor de Primula. Hij wenst een traditionele sedan. Hij is bang voor concurrentie van de Fiat 128 (ook een echte sedan) en zijns inziens verkoopt een sedan beter dan een hatchback (zoals de Primula).

De Autobianchi A111

 

Er is echter een probleem: de ontwerpafdeling van Fiat heeft het in die tijd zeer druk. De oplossing wordt gevonden in het archief. Daar staat nog een min of meer vergeten mock-up onder 'n laken. Met enkele kleine veranderingen en de montage van de 1438 cc, 70 pk motor uit de Fiat 124 Special is de Autobianchi A111 een feit. De introductie vindt plaats in 1969. De auto is een aanvulling op de 124-serie van Fiat, en wordt in 1972 uit produktie genomen.

 

Project G.31

Het project G31In 1964 heeft Dante Giacose het plan om een sportwagen te bouwen op basis van de Autobianchi Primula. Het moet een two-seater coupe worden met de Primula motor achter de stoelen en aandrijving op de achterwielen, de G 31. Tijdens de autoshow van Turijn in 1968 staat op de Autobianchi stand een mock-up van kunststof van de G.31.

 Op dat moment weet Giacosa echter al dat dit model niet in produktie zal gaan. Hij wil een sportwagen uitbrengen op basis van de Fiat 128. Dit leidt uiteindelijk tot de komst van de Fiat X1/9 (introductie in 1972)

A112 en Y10

De Autobianchi A112De kleinere Fiat modellen, de Nuova 500, de 600 D en de 850, hebben in de 60-er jaren allemaal de motor achterin liggen en achterwielaandrijving. Intussen heeft Fiat op de thuismarkt nogal wat concurrentie te duchten van de Mini. Deze wordt in Milaan gebouwd door Innocenti. In oktober 1969 -nu al weer bijna 40 jaar geleden- verschijnt het antwoord van Fiat op de markt: de Autobianchi A112.

De Autobianchi / Lancia Y10De A112 heeft dezelfde opzet als de Primula: voorwielaandrijving, de motor overdwars voorin geplaatst en een achterklep. De A112 wordt aangedreven door een 903 cc, 44 pk motor. Deze auto is de wegbereider voor de Fiat 127 (introductie in 1971) Halverwege de jaren '80 wordt de produktie van de A112 gestopt. In 1985 verdwijnen de LX, de Elite en de Abarth; in 1986 verdwijnt ook het instapmodel, de Junior.
In maart 1985 wordt in Genese de opvolger van de A112 voorgesteld: de Autobianchi Y 10 oftewel de  Lancia Ypsilon. Het ontwerp is van de hand van Giugiaro.

Belangrijk nieuws is verder de montage van de FIRE motor (=Fully Integrated Robotized Engine) in het instapmodel van de Y10-serie, de Y10 FIRE. De naam FIRE slaat op de vergaand geautomatiseerde produktie van deze motor. Door de motor te introduceren bij Autobianchi / Lancia benadrukt Fiat nog eens dat het hier gaat om een bijzondere constructie. Vervolgens werd de motor ook toegepast in de Fiat Panda en Fiat Uno.

De Fiat Fire motor

Autobianchi en Lancia

Het succes van Autobianchi is mede te danken aan een in 1968 gesloten samenwerkingsakkoord tussen Fiat en Citroen. Het Franse merk laat een deel van zijn verkooporganisatie samengaan met die van Autobianchi. In 1973 beeindigd Citroen het contract met Fiat  en brengt Fiat het merk Autobianchi in 1974 onder bij Lancia. Lancia, opgericht op 29 november 1906 door Vincenzo Lancia en Claudio Fogolin, is in 1969 door Fiat overgenomen. Lancia staat bekend als producent van exclusieve automobielen die hun tijd vaak jaren vooruit zijn. Een trendsetter dus. Zo is de Lancia Flavia uit 1960 de eerste Italiaanse auto met voorwielaandrijving.
In de loop van de 70-er jaren neemt Lancia de rol van bouwer van exclusieve modellen over van Autobianchi. Er verschijnt dan ook geen Autobianchi opvolger voor de A111, Lancia was immers in diezelfde middenklasse vertegenwoordigd met de Beta (introductie in 1972). In het marktsegment van de A112 biedt Lancia geen enkel model aan. Voor Lancia is de Autobianchi A112 zodoende een aantrekkelijk auto. De A112 vormt een -aanvulling naar beneden- op het Lancia programma, en kan in die rol nieuwe Lancia enthousiasten kweken. Sinds 1978 wordt de A112 in Zwitserland en Scandinavie als Lancia verkocht. De Autobianchi A112 wordt de Autobianchi Lancia A112. Een vergelijkbare operatie vindt in 1982 in Nederland plaats. De A112 wordt dan niet langer door de Fiat dealer verkocht, maar door de Lancia dealer.

Luit Humbert